Timing is alles bij overnames. Argumenten zijn secundair. Dat blijkt weer
eens, nu Royal Bank of Scotland (RBS) alle zeilen bij moet zetten om het
hoofd boven water te houden in de kredietcrisis.

De belangrijkste architect achter de overname van ABN Amro boekt 5,4
vier miljard euro extra af op beleggingen in problematische hypotheken,
waardoor het totaal aan afschrijvingen dit jaar op 7,4 miljard euro komt.
Gevolg: RBS moet bedelen bij zijn aandeelhouders.

Dinsdagochtend kondigde topman Fred Goodwin aan dat RBS voor 15 miljard euro
nieuwe aandelen uitgeeft. Het is de grootste emissie van Europees bedrijf
ooit.

Was Goodwin acht maanden geleden met een dergelijk verzoek naar zijn
aandeelhouders gestapt, dan hadden die de geplande overname van ABN Amro
voor 71 miljard euro vrijwel zeker geblokkeerd.

Dat is pijnlijk voor medewerkers van ABN Amro. Voorstanders van een
zelfstandig voortbestaan van de bank hadden veel betere kaarten gehad, als
de kredietcrisis een half jaar eerder was uitgebroken. Dan was de vraag niet
geweest: groeit ABN’s winst hard genoeg? Maar: houdt de bank stand, nu het
er echt toe doet?

Scherp letten op kredietrisico's. Dat was in het verleden bij uitstek het
handelsmerk van ABN Amro. In vette tijden scoor je daar niet echt mee.
Tijdens financiële crises maakt dit kunstje alle verschil, blijkt inmiddels.

Hoofdeconoom Han de Jong van ABN Amro merkte twee maanden geleden in zijn
column in Het Financieele Dagblad al op. "De laatste jaren is ABN Amro
verweten dat er onvoldoende winstgroei was. Nee, neem nou instellingen als
bijvoorbeeld UBS. Dat waren nog eens scherpe jongens. Ten opzichte van hen
waren wij maar een stelletje prutsers."

En, zo treurde De Jong verder, terwijl ABN Amro door het bankentrio
werd "gefileerd", moesten "de helden van UBS" inmiddels
met de pet rond in Azië om de balans overeind te houden.

De Schotten die ABN Amro hebben opgeslokt, zitten nu in hetzelfde schuitje als
de Zwitserse jodelaars van UBS. De Jong krijgt dubbel en dwars gelijk. Maar
ja, de geschiedenis valt nu eenmaal niet terug te draaien.

Eind vorig jaar lagen de financiële buffers van Royal Bank of Schotland op 7,3
procent van het naar risico gewogen vermogen. Dit was inclusief ABN Amro,
dat zelfstandig genomen echter veel ruimer in z'n jasje zat. De
kapitaalbuffers van de Nederlandse bank bedroegen eind 2007 een comfortabele
12,4 procent van het vermogen.

RBS gaat nu voor zo'n 15 miljard euro bijtanken. Puur en alleen om z'n
financiële buffers constant te houden op het niveau van zeven tot acht
procent van de uitstaande kredieten.

Uiteraard is ook ABN Amro niet ongeschonden uit de kredietcrisis gekomen. De
bank schreef afgelopen jaar 1,6 miljard euro af op Amerikaanse
hypotheekbeleggingen en heeft in de eerste drie maanden van dit jaar
ongetwijfeld meer geleden. Maar de gevoeligheid voor problematische
hypotheekbeleggingen is een stuk lager dan bij Europese branchegenoten.

Wel heeft ABN Amro een voordeeltje gehad. Het is de kredietcrisis
ingegaan met versterkte buffers omdat ex-topman Groenink in april 2007 de
Amerikaanse dochter LaSalle verkocht. Dat leverde een stootkussen van zeven
miljard euro op.

De verkoop van LaSalle leek destijds veel op een tactische zet om het
bankentrio de voet dwars te zetten. Maar ook als ABN Amro geen speelbal was
geworden in een overnamestrijd, zou het voor de hand hebben gelegen om te
snoeien in de Amerikaanse activiteiten. ABN Amro ondervond sinds 2004 immers
ernstige tegenwerking van de Amerikaanse overheid, als straf voor de
betrokkenheid van enkele ABN-filialen bij een Iraans-Libische witwasaffaire.

Hoe dan ook, het bankentrio van Royal Bank of Scotland, Fortis en
Santander heeft net op tijd z'n slag geslagen. Zo willekeurig kan het lot
zijn. Op het ene moment heb je een bank van wereldformaat. Even later word
die in stukken gehakt. Vervolgens gaat de beul zelf onderuit.

Voor ABN Amro stond de wind net even verkeerd in 2007.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl